Nieuwsbrief 23 juli 2020

 

Inkomstenbelasting

Erfgenaam kan dividendbelasting op gelegateerde aandelen niet verrekenen

Dividendbelasting wordt geheven van degenen die gerechtigd zijn tot de opbrengst van aandelen in een Nederland gevestigde nv of bv. De dividendbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting….
Lees meer

Inkomstenbelasting

Ambtelijk verzuim leidt niet tot opgewekt vertrouwen

Een ondernemer heeft in zijn aangiften IB over de jaren 2012, 2013 en 2014 voor een investering milieu-investeringsaftrek (MIA) in mindering gebracht. De aanslag 2012 is vastgesteld overeenkomstig de…
Lees meer

Arbeidsrecht

Vaststellingsovereenkomst ter beëindiging arbeidsovereenkomst tijdig ontbonden

Werkgever en werknemer kunnen door het sluiten van een vaststellingsovereenkomst de arbeidsovereenkomst beëindigen. De vaststellingsovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd. Het…
Lees meer

Arbeidsrecht

Geen schorsing non-concurrentiebeding

Een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd. Wanneer een non-concurrentiebeding belastender wordt voor de werknemer, bijvoorbeeld door een…
Lees meer

Arbeidsrecht

Ontslag gebaseerd op cumulatiegrond

De Wet arbeidsmarkt in balans heeft aan de wettelijke grond waarop ontslag kan berusten de zogenaamde cumulatiegrond toegevoegd. Op deze cumulatiegrond kan een ontslag worden gebaseerd wanneer de…
Lees meer

Arbeidsrecht

Opleidings- of arbeidsovereenkomst?

Een arbeidsovereenkomst met een duur van meer dan zes maanden kan een proeftijdbeding omvatten. De lengte van de proeftijd is afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst. De proeftijd bedraagt…
Lees meer

Sociale verzekeringen

Betaling pensioenpremies bij faillissement werkgever

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen beantwoord over de regeling betreffende de betaling van pensioenpremie bij faillissement van een werkgever. De Werkloosheidswet (WW)…
Lees meer

Successiewet

Verrekening schenkbelasting over fictieve erfrechtelijke verkrijging

De Hoge Raad heeft onlangs een arrest gewezen over de vermindering van erfbelasting met de schenkbelasting die eerder is betaald over een als fictieve erfrechtelijke verkrijging aangemerkte schenking….
Lees meer

Successiewet

Navordering schenkbelasting na 17 jaar

Voor het opleggen van een navorderingsaanslag geldt in het algemeen een termijn van vijf jaar. De bevoegdheid om te weinig geheven schenkbelasting na te vorderen over een vermogensbestanddeel dat in…
Lees meer

Subsidies

Wijziging subsidieregeling elektrische personenauto’s

Op 1 juli 2020 is de Subsidieregeling elektrische personenauto’s in werking getreden. Op grond van deze regeling hebben particulieren recht op een subsidie van € 4.000 bij de aanschaf of…
Lees meer

Subsidies

Contouren subsidieregeling duurzame inzetbaarheid

Als onderdeel van het pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt over duurzame inzetbaarheid van werknemers en over eerder uittreden. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in een brief…
Lees meer

Invordering

Kosten dwangbevel en directe invorderbaarheid aanslag

Bij een belastingaanslag geldt in de regel een termijn waarbinnen de aanslag betaald moet worden. De Invorderingswet 1990 geeft de ontvanger van de Belastingdienst de mogelijkheid om aanslagen direct…
Lees meer

Formeel recht

Uitspraak op bezwaar ondanks ontbrekende rechtsmiddelverwijzing

De uitspraak op een bezwaarschrift moet in beginsel een rechtsmiddelverwijzing bevatten. De rechtsmiddelverwijzing geeft aan tot welke instantie de belanghebbende zich dient te wenden als hij het niet…
Lees meer

Europese regelgeving

Advocaat is btw-ondernemer

Volgens de btw-richtlijn wordt als belastingplichtige beschouwd eenieder die zelfstandig een economische activiteit verricht, ongeacht het oogmerk of het resultaat van die activiteit. Het begrip…
Lees meer

Douane en Accijnzen

Wijziging douanevergunning

De douanewetgeving kent een regeling voor de invoer van goederen voor bewerking of verwerking, waarna deze goederen worden uitgevoerd. Deze regeling, de douaneregeling actieve veredeling, houdt in dat…

Lees meer

Erfgenaam kan dividendbelasting op gelegateerde aandelen niet verrekenen

Dividendbelasting wordt geheven van degenen die gerechtigd zijn tot de opbrengst van aandelen in een Nederland gevestigde nv of bv. De dividendbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Dat wil zeggen dat de ingehouden dividendbelasting kan worden verrekend met de verschuldigde inkomstenbelasting. Een procedure voor Hof Den Haag had betrekking op de vraag aan wie het recht op verrekenen van dividendbelasting toekwam die betrekking had op aandelen die tot een nalatenschap behoorden.

De erflaatster had in haar testament de aandelen gelegateerd aan haar schoonzussen. Het testament bepaalde verder dat de vruchten van de aandelen vanaf de dag van overlijden toekwamen aan de legatarissen. De rest van de nalatenschap kwam volgens het testament toe aan twee erfgenamen, die niet ook de legatarissen waren.

Na het overlijden van de erflaatster in 2015 keerde de bv dividend over de jaren 2013, 2014 en 2015 uit. Voor zover de dividenduitkeringen betrekking hadden op de periode tot de overlijdensdatum werden zij verrekend met een rekening-courantschuld van de erflaatster aan de bv. Een van de erfgenamen verwerkte een deel van de ingehouden dividendbelasting in haar aangifte inkomstenbelasting over 2015. Aanvankelijk volgde de Belastingdienst de aangifte. Dat werd gecorrigeerd door het opleggen van een navorderingsaanslag. Omdat de navorderingsaanslag betrekking had op het ten onrechte verrekenen van een voorheffing hoefde de inspecteur niet over een nieuw feit te beschikken om te mogen navorderen.

De rechtbank stelde vast dat de dividendbelasting werd verschuldigd op een tijdstip waarop de vruchten van de aandelen toekwamen aan de legatarissen. De erfgename is na het overlijden van de erflaatster geen moment gerechtigd geweest tot de opbrengst van de aandelen in de bv en was niet belastingplichtig voor de dividendbelasting. De omstandigheid dat een deel van het dividend is gebruikt voor de aflossing van de schuld van de erflaatster brengt niet mee dat de erfgename gerechtigd was tot deze dividenduitkeringen. Om die reden kon de erfgename de daarop ingehouden dividendbelasting niet als voorheffing verrekenen.

Hof Den Haag heeft in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd.

Bron: Hof Den Haag | jurisprudentie | ECLINLGHDHA20201225, BK-19/00403 | 23-07-2020

Wijziging subsidieregeling elektrische personenauto’s

Op 1 juli 2020 is de Subsidieregeling elektrische personenauto’s in werking getreden. Op grond van deze regeling hebben particulieren recht op een subsidie van € 4.000 bij de aanschaf of lease van een nieuwe en elektrische personenauto. Voor de aanschaf of lease van een gebruikte personenauto geldt een subsidiebedrag van € 2.000. Het subsidieplafond van 2020 voor de aanschaf en lease van nieuwe elektrische personenauto’s is overigens al op 8 juli 2020 bereikt.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft in de subsidieregeling de begripsomschrijving van een nieuwe personenauto gewijzigd. De oude omschrijving was als volgt: de personenauto waarvan volgens het kentekenregister de datum van eerste toelating, de datum van eerste tenaamstelling en de datum waarop de personenauto voor het eerst op kenteken is geregistreerd, gelijk zijn. Om mogelijke verwarring te voorkomen is het woord ‘eerste’ voor tenaamstelling in de begripsbepaling van nieuwe personenauto vervallen. De wijziging heeft terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2020, waardoor deze vanaf de start van de regeling geldt.

Bron: Overig | besluit | Staatscourant 2020 nr. 38763, nr. IENW/BSK-2020/141985 | 23-07-2020

Vaststellingsovereenkomst ter beëindiging arbeidsovereenkomst tijdig ontbonden

Werkgever en werknemer kunnen door het sluiten van een vaststellingsovereenkomst de arbeidsovereenkomst beëindigen. De vaststellingsovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de werknemer het recht heeft om deze overeenkomst zonder opgaaf van redenen binnen veertien dagen schriftelijk te ontbinden.

In een procedure in kort geding stelde de kantonrechter vast dat de werknemer de op 20 april 2020 gesloten vaststellingsovereenkomst op 4 mei 2020 heeft ontbonden. De ontbinding heeft plaatsgevonden binnen de wettelijke termijn van veertien dagen. De ontbinding van de vaststellingsovereenkomst heeft tot gevolg dat de beëindigingsovereenkomst eindigt op het moment waarop de schriftelijke verklaring de werkgever heeft bereikt. De arbeidsovereenkomst is hersteld per 5 mei 2020. Dat betekent dat de werkgever verplicht is het loon door te betalen vanaf die datum.

De ontbinding van de vaststellingsovereenkomst heeft geen terugwerkende kracht. Dat betekent dat de werknemer over de periode vanaf de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst tot en met de ontbinding daarvan geen recht op loon heeft.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBROT20206141, 8553192 VV EXPL 20-215 | 23-07-2020

Nieuwsbrief 16 juli 2020

 

Corona update

Regeling TOFA twee weken langer open

De Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) is een tegemoetkoming voor het inkomensverlies van flexwerkers, oproep- en uitzendkrachten. De periode waarbinnen een aanvraag…
Lees meer

Corona update

Problemen met NOW voor sociale ondernemingen?

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen beantwoord over problemen met de NOW voor sociale ondernemingen. De staatssecretaris deelt mee dat sociale werkvoorzieningen…
Lees meer

Corona update

Toelichting verruiming exportkredietverzekering

De staatssecretaris van Financiën heeft een schriftelijke toelichting gegeven aan de Tweede Kamer over verruiming van de exportkredietverzekering als onderdeel van de maatregelen in verband met…
Lees meer

Corona update

Geen (tijdelijke) verlaging Nederlandse btw-tarieven

Een van de maatregelen die Duitsland heeft getroffen ter bestrijding van de coronacrisis is een tijdelijke verlaging van btw-tarieven. Het lage btw-tarief gaat van 7 naar 5%. Naar aanleiding daarvan…
Lees meer

Corona update

Uw NOW-aanvraag afronden

De tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) geeft door corona getroffen bedrijven een tegemoetkoming in de loonkosten. Voor de eerste tranche (NOW-1) is de regeling…
Lees meer

Inkomstenbelasting

Aftrekverbod lage arbeidsvergoeding meewerkende partner

De Wet IB 2001 kent een aftrekverbod voor arbeidsbeloningen die een ondernemer betaalt aan zijn partner. Het aftrekverbod geldt alleen indien de vergoeding lager is dan € 5.000. Als geen…
Lees meer

Omzetbelasting

€ 1 is reële vergoeding voor gebruikt goed

Ondernemer voor de omzetbelasting is iedereen die een bedrijf zelfstandig uitoefent. Uit rechtspraak van het Hof van Justitie EU volgt dat het feit, dat een handeling onder bezwarende titel wordt…
Lees meer

Omzetbelasting

Terbeschikkingstelling serverkasten is geen dienst die samenhangt met onroerende zaken

De hoofdregel voor de bepaling van de plaats van een dienst voor de omzetbelasting is de plaats waar de afnemende ondernemer is gevestigd. In afwijking van de hoofdregel vinden diensten met betrekking…
Lees meer

Omzetbelasting

Vrijstelling beheer gemeenschappelijke beleggingsfondsen

De Europese btw-richtlijn bepaalt dat het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen is vrijgesteld van omzetbelasting. Het Hof van Justitie EU heeft een prejudiciële vraag over het gebruik…
Lees meer

Vennootschapsbelasting

Vrijval stamrechtverplichting door fiscaal waarderingsvoorschrift

Voor pensioen- en andere soortgelijke verplichtingen geldt een fiscaal waarderingsvoorschrift. Dergelijke verplichtingen moeten worden gewaardeerd op actuariële grondslag met een rekenrente van…
Lees meer

Vennootschapsbelasting

Navorderingsaanslag opgelegd voor vaststelling verliesherzieningsbeschikking

Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat het opleggen van een navorderingsaanslag vanwege een ten onrechte verrekend verlies voorafgegaan moet worden door een verliesherzieningsbeschikking….
Lees meer

Sociale verzekeringen

Wetsvoorstel aanpassing AOW-leeftijd en pensioenrichtleeftijd

In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd minder snel stijgen dan de ontwikkeling van de resterende levensverwachting. In plaats van een 1 op 1-koppeling…
Lees meer

Sociale verzekeringen

Hoofdlijnen effectievere Wet tegemoetkomingen loondomein

De Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) biedt werkgevers een tegemoetkoming in de loonkosten van bepaalde groepen werknemers. De Wtl omvat het loonkostenvoordeel (LKV), het lage-inkomensvoordeel (LIV)…
Lees meer

Autobelastingen

Inschrijving auto in kentekenregister en emigratie

Motorrijtuigenbelasting wordt geheven van degene die bij de aanvang van een belastingtijdvak de houder van het motorrijtuig is. De houder is degene op wiens naam het motorrijtuig is gesteld in het…
Lees meer

Formeel recht

Beroep op interne compensatie

Als een belastingplichtige in beroep of in hoger beroep een aanslag op een bepaald punt bestrijdt, kan de inspecteur een beroep doen op interne compensatie om verlaging van de aanslag te voorkomen….
Lees meer

Uw NOW-aanvraag afronden 

De tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) geeft door corona getroffen bedrijven een tegemoetkoming in de loonkosten. Voor de eerste tranche (NOW-1) is de regeling als volgt: indien de omzet minimaal 20% gedaald is in de coronaperiode ten opzichte van het driemaandsgemiddelde van de omzet van 2019 dan heeft de aanvrager recht op de tegemoetkoming. De periode waarin de omzetdaling zich moet voordoen betreft drie aangesloten kalendermaanden. Naar keuze van de ondernemer start de periode op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. De tegemoetkoming bedraagt maximaal 90% van de loonsom bij een omzetdaling van 100%. De tweede tranche (NOW-2) betreft een periode van vier maanden. De omzet van deze periode wordt vergeleken met een derde van de jaaromzet van 2019.

Omzet

Voor het begrip omzet wordt aangesloten bij het jaarrekeningrecht. Dat wil zeggen dat de omzet wordt berekend onder aftrek van kortingen en dergelijke en exclusief de in rekening gebrachte omzetbelasting. Deze omzet dient aan de juiste periode toegerekend te worden. Daartoe worden geleverde, nog niet gefactureerde prestaties in de coronaperiode als onderhanden werk in de omzet opgenomen voor de NOW-regeling. Ontvangen subsidies in het kader van de coronacrisis, zoals de Tegemoetkoming ondernemers in getroffen sectoren (TOGS) en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), tellen als omzet mee. 

Bij een correcte boekhouding is manipulatie van de omzet door deze te verschuiven naar een tijdvak buiten de periode waarin de omzetdaling wordt geconstateerd om een hogere tegemoetkoming te ontvangen niet mogelijk. Het voeren van een correcte boekhouding is de verantwoordelijkheid van de ondernemer. 

Definitieve aanvraag

Bedrijven, die een voorschot hebben aangevraagd, kunnen vanaf 7 oktober 2020 de definitieve aanvraag indienen voor de NOW-1 regeling. Bij een voorschot van minimaal € 20.000 of een definitieve tegemoetkoming van minimaal € 25.000 dient de aanvraag gecontroleerd te worden door een deskundige (accountants- of administratiekantoor, financieel dienstverlener of brancheorganisatie). Bij voorschotten van minimaal € 100.000 of een definitieve tegemoetkoming van minimaal € 125.000 dient de deskundige een accountant te zijn. Concerns, die van de mogelijkheid gebruik maken om voor een concernmaatschappij de NOW aan te vragen, dienen altijd een accountantsverklaring over te leggen. Bij kleine aanvragen tot € 25.000 is geen verklaring nodig. In alle gevallen geldt dat documentatie van groot belang is, aangezien de aanvraag en de subsidieverlening ook achteraf gecontroleerd kan worden. Ook voor deze aanvragen raden wij aan die te laten controleren door uw financieel adviseur.

Verklaring

De verklaring van de deskundige die bij de aanvraag moet worden gevoegd betreft de omzetdaling van de ondernemer. Zonder verklaring heeft de ondernemer geen recht op de tegemoetkoming en moet het voorschot worden terugbetaald. Bij een niet correcte boekhouding zal de deskundige de benodigde verklaring niet afgeven.

Termijnen

De definitieve aanvraag dient binnen 24 weken na 7 oktober ingediend te worden. Indien een accountantsverklaring vereist is, geldt een verruimde aanvraagtermijn van 38 weken.

Controle

Indien bij controle achteraf blijkt dat de aanvraag niet correct is, zal de tegemoetkoming teruggevorderd worden. De kans is groot dat er dan ook boetes opgelegd worden en rente wordt berekend over het terug te vorderen bedrag.

Bron: Overig | publicatie | 16-07-2020

Aftrekverbod lage arbeidsvergoeding meewerkende partner

De Wet IB 2001 kent een aftrekverbod voor arbeidsbeloningen die een ondernemer betaalt aan zijn partner. Het aftrekverbod geldt alleen indien de vergoeding lager is dan € 5.000. Als geen vergoeding wordt betaald voor de arbeid van de partner of wanneer de vergoeding lager is dan € 5.000 kan de ondernemer gebruik maken van de meewerkaftrek, op voorwaarde dat de partner op jaarbasis ten minste 525 uur meewerkt in de onderneming. Voor anderen dan de partner van de ondernemer geldt geen aftrekbeperking, ongeacht de hoogte van de arbeidsvergoeding.

Bij de Hoge Raad is een procedure aanhangig over een door een ondernemer aan zijn partner betaalde vergoeding voor arbeid van € 1.500. Volgens Hof Den Haag valt deze vergoeding onder het wettelijke aftrekverbod. De vraag in de procedure bij de Hoge Raad is of sprake is van discriminatie.  

De Advocaat-Generaal (A-G) heeft een conclusie aan deze procedure gewijd. Hij stelt vast dat de weigering van de aftrek leidt tot een belastingnadeel voor de ondernemer en een belastingvoordeel voor de partner omdat de arbeidsvergoeding is vrijgesteld. De regeling kan als evenwichtig worden aangemerkt wanneer het nadeel voor de ene partner in de regel grotendeels wordt ondervangen door het voordeel voor de andere partner. Wanneer de ondernemer een hoger marginaal belastingtarief heeft dan zijn partner is per saldo sprake van een nadeel. In de jaren waarop de procedure betrekking heeft was het maximale tarief 52%. Het nadeel kon daarmee oplopen tot € 2.600 bij een vergoeding van net geen € 5.000. Bij andere relaties dan partnerrelaties doet zich dit nadeel niet voor. Volgens de A-G bestaat voor deze ongelijke behandeling geen objectieve en redelijke rechtvaardiging.

De vrijstelling voor de vergoeding bij de meewerkende partner neemt wel een deel van het bezwaar weg, maar het resterende mogelijke progressienadeel kan volgens de A-G niet als onbeduidend worden afgedaan. Anders dan voor ongelijke behandelingen op sociaaleconomisch gebied, waar de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid heeft, gaat het hier om een ongelijke behandeling naar gelang van de huwelijkse status op basis van doelmatigheidsargumenten. Hier geldt volgens de A-G een beperkte beoordelingsvrijheid.

De conclusie van de A-G is, dat het aftrekverbod een ontoelaatbare ongelijke behandeling van (in dit geval) gehuwde belastingplichtigen met zich meebrengt. De Hoge Raad kan het benodigde rechtsherstel zelf bieden omdat er geen rechtspolitieke keuzes hoeven te worden gemaakt. Rechtsherstel kan worden verleend door het fiscale nadeel dat de partners per saldo ondervinden als gevolg van de aftrekuitsluiting weg te nemen op de aanslag IB/PVV van de ondernemer.

Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR2020621, 20/00058 | 16-07-2020

Wetsvoorstel aanpassing AOW-leeftijd en pensioenrichtleeftijd

In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd minder snel stijgen dan de ontwikkeling van de resterende levensverwachting. In plaats van een 1 op 1-koppeling komt er een 2/3-koppeling. Dit betekent dat voor ieder jaar levenswinst acht maanden langer moet worden doorgewerkt. Nu het pensioenakkoord is geaccepteerd door de achterban van de werknemersorganisaties heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer waarin de aanpassing van de koppeling van de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd aan de levensverwachting is verwerkt.

De koppeling is in de wet verwerkt in de vorm van een formule. Deze formule luidt als volgt:

V = 2/3 * (L – 20,64) – (P – 67)

V is de verhoging van de AOW-leeftijd ten opzichte van de AOW-leeftijd in het voorafgaande jaar. Als V groter of gelijk is aan 0,25 gaat de AOW-leeftijd in het aanpassingsjaar met drie maanden omhoog. Als V kleiner is dan 0,25 blijft de AOW-leeftijd in het aanpassingsjaar gelijk.

2/3 is de coëfficiënt die ervoor zorgt dat de toename van levensverwachting voor twee-derde meetelt in een stijging van de AOW-gerechtigde leeftijd.

L is de geraamde gemiddelde resterende levensverwachting op de 65-jarige verjaardag in het aanpassingsjaar en 20,64 is de door het CBS voor 2019 geraamde resterende levensverwachting op de 65e verjaardag voor het jaar 2024.

P is de geldende AOW-leeftijd in het voorafgaande jaar.

67 is de geldende AOW-leeftijd in jaren in 2024.

Het jaar 2025 vormt een overgangsjaar. Voor dit overgangsjaar is in het wetsvoorstel vastgelegd dat de AOW-leeftijd 67 jaar bedraagt en de aanvangsleeftijd voor de AOW-verzekering 17 jaar.

De formele nieuwe koppeling van de AOW-leeftijd aan de resterende levensverwachting geldt derhalve vanaf het jaar 2026.

De pensioenrichtleeftijd is de in de belastingwetgeving opgenomen pensioenleeftijd. De pensioenrichtleeftijd is een rekengrootheid voor de bepaling van het maximaal op te bouwen pensioen in dienstbetrekking. Sinds 1 januari 2015 is de pensioenrichtleeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de gemiddelde resterende levensverwachting. Jaarlijks wordt bepaald in hoeverre de ontwikkeling van de levensverwachting leidt tot een verdere verhoging van de pensioenrichtleeftijd. Deze aanpassing vindt plaats in stappen van één jaar. Een verhoging van de pensioenrichtleeftijd wordt ten minste één jaar van tevoren bekendgemaakt. Sinds 2018 is de pensioenrichtleeftijd 68 jaar. Dat blijft zo totdat deze op basis van de 2/3-koppeling aan de resterende levensverwachting moet worden verhoogd. De stapgrootte van de verhoging van de pensioenrichtleeftijd blijft één jaar.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken | wetsvoorstel | 16-07-2020

Regeling TOFA twee weken langer open

De Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) is een tegemoetkoming voor het inkomensverlies van flexwerkers, oproep- en uitzendkrachten. De periode waarbinnen een aanvraag kan worden gedaan, is verlengd met twee weken tot en met 26 juli. De tegemoetkoming bedraagt € 550 bruto per maand voor de maanden maart, april en mei. Voorwaarde voor de tegemoetkoming is dat de flexwerker in februari meer dan € 400 bruto aan inkomen had en in april minimaal de helft daarvan heeft verloren. De aanvrager mag in de maanden maart tot en met mei geen WW, bijstand, of andere socialezekerheidsregeling hebben ontvangen.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken | publicatie | 16-07-2020

Nieuwsbrief 9 juli 2020

·  NOW-2 kan worden aangevraagd
·  Kamervragen ondernemers die buiten Tozo-regeling vallen
·  Verliesgevende postzegelhandel geen bron van inkomen
·  Huisarts geen ondernemer voor werkzaamheden via coöperatie
·  Vooruitbetaalde rente voor woning die niet meer kwalificeert als eigen woning
·  Wijziging besluit omzetbelasting privégebruik auto
·  Wijziging beleidsbesluit vrijgestelde beleggingsinstelling
·  Evaluatie Wet werk en zekerheid
·  Ontslag op staande voet wegens overtreding gedragsregels werkgever
·  Overdrachtsbelasting geheven van beherende vennoot
·  Onbeperkte navorderingstermijn erfbelasting
·  Wijziging Leidraad Invordering
·  Werkwijze belastingconsulent vormde nieuw feit
·  Uitstel termijnen Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies
·  Wijziging Algemene Douaneregeling

 

Corona update

NOW-2 kan worden aangevraagd

Het kabinet heeft de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) met vier maanden verlengd. Deze tweede tranche, de NOW-2, wijkt op een aantal punten af van de eerste…
Lees meer

Corona update

Kamervragen ondernemers die buiten Tozo-regeling vallen

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen beantwoord over zelfstandigen die buiten de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) vallen.
Een…
Lees meer

Inkomstenbelasting

Verliesgevende postzegelhandel geen bron van inkomen

Een voordeel vormt alleen dan belastbaar inkomen als er een bepaalde bron aan ten grondslag ligt. Aan een bron van inkomen worden de volgende voorwaarden gesteld: deelname aan het economische verkeer,…
Lees meer

Inkomstenbelasting

Huisarts geen ondernemer voor werkzaamheden via coöperatie

Een onderneming is een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee wordt deelgenomen aan het economische verkeer met het doel en in de verwachting daarmee duurzaam positieve opbrengsten te…
Lees meer

Inkomstenbelasting

Vooruitbetaalde rente voor woning die niet meer kwalificeert als eigen woning

Bij de Hoge Raad is een procedure aanhangig over de vraag of betaalde rente in aftrek kan worden gebracht als deze rente betrekking heeft op een periode na overlijden waarin geen sprake meer is van…
Lees meer

Omzetbelasting

Wijziging besluit omzetbelasting privégebruik auto

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit over de omzetbelasting met betrekking tot het privégebruik van een auto en de toepassing van het Besluit Uitsluiting Aftrek gewijzigd.

Lees meer

Vennootschapsbelasting

Wijziging beleidsbesluit vrijgestelde beleggingsinstelling

De staatssecretaris van Financiën heeft het beleidsbesluit over de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) in de vennootschapsbelasting gewijzigd. De centrale behandeling van de VBI is…
Lees meer

Arbeidsrecht

Evaluatie Wet werk en zekerheid

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Wet werk en zekerheid (Wwz) laten evalueren. Deze wet is vanaf 2015 gefaseerd in werking getreden. De uitkomsten van dat onderzoek heeft hij…
Lees meer

Arbeidsrecht

Ontslag op staande voet wegens overtreding gedragsregels werkgever

Ontslag op staande voet wil zeggen dat de arbeidsovereenkomst zonder opzegtermijn wordt beëindigd. Zowel de werkgever als de werknemer heeft de bevoegdheid om over te gaan tot ontslag op staande…
Lees meer

Overdrachtsbelasting

Overdrachtsbelasting geheven van beherende vennoot

Overdrachtsbelasting wordt geheven ter zake van de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken of van rechten op in Nederland gelegen onroerende zaken. De belasting wordt geheven van de…
Lees meer

Successiewet

Onbeperkte navorderingstermijn erfbelasting

De termijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag bedraagt vijf jaar. Voor buitenlandse inkomens- of vermogensbestanddelen geldt een verlengde navorderingstermijn van twaalf jaar. Met ingang…
Lees meer

Invordering

Wijziging Leidraad Invordering

De Leidraad Invordering 2008 is per 1 juli 2020 gewijzigd. Het invorderingsbeleid met betrekking tot toeslagschulden te wijten aan opzet of grove schuld is herzien. Het criterium van opzet of grove…
Lees meer

Formeel recht

Werkwijze belastingconsulent vormde nieuw feit

Om een navorderingsaanslag op te kunnen leggen moet de Belastingdienst in beginsel beschikken over een nieuw feit. Dat is een feit dat ten tijde van het opleggen van de definitieve aanslag niet bekend…
Lees meer

Europese regelgeving

Uitstel termijnen Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies

De staatssecretaris van Financiën heet het besluit Fiscale tegemoetkomingen naar aanleiding van de coronacrisis gewijzigd. De wijziging betreft uitstel voor de termijnen van de Wet implementatie…
Lees meer

Douane en Accijnzen

Wijziging Algemene Douaneregeling

De staatssecretaris van Financiën heeft de Algemene douaneregeling gewijzigd. In een Europese Richtlijn uit 2010 betreffende de meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken…

Lees meer